Tijd heelt, tijd doodt

Als je elke dag in de spiegel kijkt, verandert er nagenoeg nooit wat. Pas wanneer je andermans kind opeens groot ziet of na vijf jaar weer een foto voor je paspoort laat nemen, denk je: waar blijft de tijd? Anderen veranderen. Jij minder. Tijd is misschien wel je grootste vijand. Tijd heelt, tijd doodt. Tijd is relatief, ongrijpbaar en opeens daar.

Acht stadia
Nauwelijks waarneembaar heeft de tijd geduld. Dag in, dag uit glijdt de tijd aan je voorbij. De tijd observeert, verkent en wacht geduldig af. Op wat?

Ontwikkelingspsycholoog Erik Erikson beschreef acht stadia in de ontwikkeling van mensen vanaf de geboorte tot de dood. Tijdens elk stadium staat een crisis centraal. De manier waarop deze crisis wordt opgelost, is een bouwsteen voor het oplossen van de crisis in het volgende stadium. Klinkt aannemelijk, toch? Elke fase van je leven maak je een ontwikkeling door. Dat is als het ware de taak waar je voor staat, die past bij je levensfase. Volbreng je die goed, dan kun je zonder al te veel kleerscheuren door naar de volgende fase.

Voor een stabiele ontwikkeling mag je geen fase overslaan, want dat brengt je in (grote) problemen, leidt tot worstelingen in de volgende fases. Als baby is het belangrijk dat je je leert hechten. Lukt dat, dan ben je in staat om te vertrouwen. Lukt dat niet, half of voor een kwart, dan blijft hechting de rest van je leven een worsteling.

Als je 101 jaar bent, mag je hopen dat je met tevredenheid en trots terugkijkt op je leven en berust in wat je hebt gepresteerd en achterlaat. Lukt dat niet, dan word je een oude, verzuurde, gerimpelde, wanhopige, niet in te nemen mopperpot. Of mogelijk iets milder dan dat, maar toch. Goh, dat is wel een schrikbeeld.

43 en een beetje
Met mijn 43 jaar val ik onder de middelbare volwassenen. Lees ook de een na laatste fase, volgens Eriksons theorie. Waaah! Ik dien kennis door te geven aan de volgende generatie. Kennis over wat ik belangrijk vind. So far, so good. Ik sta in de fase ‘Zorg en eigen geestelijke groei’. Daar moet ik wel voor openstaan, anders stagneert de boel. Werk is in deze fase cruciaal. Ik roep ook dat uiterlijk er niet meer toe doet, maar dat vooral het karakter telt. Puur eigenbelang. Kwestie van zelfbescherming als ik in de spiegel bekijk en optel wat ik ondertussen inlever aan jeugdigheid.

Na mijn vijfjaarlijkse paspoortfotosessie schrik ik mij lam van die diepliggende ogen, lijnen en dodelijk vermoeide, krijtwitte aanblik. Christiane F zag er beter uit op de cover van het gelijknamige boek. Er zijn wel verzachtende omstandigheden waarin deze foto genomen moest worden. Het moest héél vroeg in de ochtend, moet nu eenmaal in zwart-wit en moet met een verplichte chagrijnige uitgestrekte blik, omdat de wet het verbiedt om te glimlachen. Waarom eigenlijk? Daarnaast had ik een bad hair day. Dat kan de beste overkomen.

Afgelopen week schiet ik van een leesbril +1 naar varia focus en het opplussen van het leesgedeelte. Ik herken (al een tijdje) geen gezichten aan de overkant van de gracht. Hierbij mijn excuses. De dame die mij helpt bij de opticien, wijst mij fijntjes op de onvermijdelijke consequenties van mijn leeftijd. Ze zegt dat het de komende jaren nog wel vaker gaat veranderen en krijgt het maar niet voor elkaar ‘je’ tegen mij te zeggen.

Sport is overgegaan in fysiotherapie. Ik bespeur een paar bruine vlekjes op mijn handen, maar dan moet je wel héél goed kijken. En de zogenaamde beloofde perfecte grijsdekking op de verpakkingen is een regelrechte leugen. Ik geloofde het al die jaren toen ik nog nauwelijks grijs was. Het doe-het-zelf thuis verven van mijn haar is passé. Het is tijd voor professionele hulp en zwaar spul.

Tijd is relatief, ongrijpbaar en opeens daar. Dus mocht je nog wat kennis van mij willen, dan moet je me bellen. Je weet het maar nooit.

Fijne feestdagen!