Column- Pas op de plaats

Heeft iemand zich ooit verdiept in of geïnventariseerd wat wij in ons leven allemaal verplaatsen of niet weten te plaatsen? Even een pas op de plaats met het woord ‘plaatsen’, in de hoop dat iedereen zich hierin kan verplaatsen. Daarmee maak je weer plaats.

Met de handen vol loop je elke dag iets te verplaatsen. Opruimen, doorruimen, herinrichten of ontruimen (is het beste). Je sjouwt je rot met wasgoed, speelgoed, pennen, stof, kranten, boodschappen en wat al niet meer. Na aanschaf en nuttigen verplaats je eten trouwens ook geheel zelf, alleen voor een deel nogal onbewust. Ja, eigenlijk ben je een soort verwerkingsbedrijf van allerlei spullen en etenswaren.

Jij of je huisgenoten sjouwen of stouwen dat spul naar binnen. En dan ben je aan de beurt. Dan kan het verplaatsen, het verwerken beginnen. Als je pech hebt, is het een levenslange aanschaf en krijg je het gemiddeld twee keer per jaar (bijvoorbeeld bij een feestje) of zelfs dagelijks door je handen. Dus hoe minder spullen, hoe beter. Pas op de plaats.

Verplaatsen
Ik kom op internet onderzoeken en discussies tegen die zijn bedoeld om iets, zoals een gebouw, muur of groep, te kunnen verplaatsen. Grappig ook is het onderzoek van gemeenteambtenaren om zich te kunnen verplaatsen (inleven) in het verplaatsingsgedrag (mobiliteit) van hun burgers. Dus: waar gaan ze naartoe en hoe verplaatsen ze zich?

Synoniemen voor het woord ‘verplaatsen’ zijn er volop: bewegen (jezelf of lichaamsdelen verplaatsen), omzetten, overplaatsen, verhangen, overbrengen, overdragen, overzetten, transporteren, verleggen, verschikken, verschuiven, verzetten, overleveren (afgeven, overhandigen), transfereren (bedrukken). Een hele rij. Bij bijna al die woorden gaat het om iets verplaatsen van hier naar daar. En dat is nog lang niet alles. Maar ik kan niet alles in deze krant plaatsen, want daarvoor is geen plek op deze plaats. Pas op de plaats.

Je kunt van alles verplaatsen, doorplaatsen, herplaatsen, uitplaatsen (naar een andere werkplek), niet plaatsen (snap er niks van), wel plaatsen (snap er alles of iets van), en uit huis plaatsen (verdrietige stront aan de knikker). Je kunt je in iemands gevoelens verplaatsen (inleven, ook wel empathie genoemd) of gevoelens zelf verplaatsen (kop in het zand, lijken in de kast, verdringen, projectie). Over dat laatste heeft niemand het graag. Dat is een (publiek) geheim.

Lijken in de kast
Gevoelens verplaatsen gebeurt best veel. Iedereen doet het. Wie reageert zich niet af op zijn omgeving? Of pakt een extra koekie ter troost? Of we proppen ons vol om gevoelens weg te plaatsen. Drank, drugs en andere buitensporige zaken tellen hier ook. Overmatige vrolijkheid en overschreeuwend optimisme zijn eveneens mooie afweermechanismen. Waar trouwens niks mis mee is als je geen probleem ervaart bij of na het verplaatsen van wat dan ook. Er liggen altijd wel een paar lijken in de kast (die zijn nooit gevoelloos) en we kopen ons suf om maar gevoelens ergens anders naartoe te verplaatsen. Prima techniek.

Van projectie is sprake wanneer men de eigen eigenschappen of emoties probeert te ontkennen, te verbergen of te verdringen door deze toe te schrijven aan iets of iemand anders. Nagenoeg dagelijkse kost dat verplaatsen, nietwaar? Niks mis mee: zolang je geen problemen ervaart, maak je geen pas op de plaats. Waarom zou je?

We wonen in een plaats, zitten op of bezetten een plaats, verplaatsen ons van a naar b en maken op zijn tijd een pas op de plaats.