Marktwerking in de zorg

Ik heb lang gewerkt in de zorg-, hulp- en dienstverlening. Het woord ‘commercieel’ was er toen vies. En dat is het nog steeds, hoewel winst maken in de zorg binnenkort mag.
Geld verkwisten aan marketing doe je echter niet. Want iets vermarkten is verkopen, liefst zoveel en zo goed mogelijk. Als je iets verkoopt, heb je een product. Maar zorg- of dienstverlening als product zien en winst maken is not done. Toch wil je als organisatie laten weten wie je bent en wat je te bieden hebt. En je wilt werk binnenhalen voor je werknemers. Daar zit ook winst. Alleen niet onder de streep.

In de non-profit prijs je niet je ‘waren’ aan. Maar je mag wel gaan voor naamsbekendheid. Dat is trouwens ook mijn drijfveer: mensen hebben het recht om te weten waar ze hulp vandaan kunnen halen. Zo sponsort bijvoorbeeld Thuiszorg Groningen voetbalclub FC Groningen met tachtigduizend euro in ruil voor naamsvermelding in het Euroborgstadion. Publieke verontwaardiging, want het jaar ervoor waren honderden verpleegkundigen, verzorgers en andere mensen ontslagen bij Thuiszorg Groningen. Gered door de overheid en onmiddellijk in opspraak na deze sponsoractie. Oké, de timing en keuze waren beroerd. Maar je zult toch ook werk moeten binnenhalen voor de werknemers die er nog wel zijn. Hoe doe je dat als organisatie? En wie bepaalt hoeveel tijd moet verstrijken voordat je weer mag laten weten dat je er bent? Je eigen broek ophouden. Ziedaar, een spagaat van de non-profit.

Jaren geleden noemde men de organisatie waarvoor ik toen werkte het ‘oranje gevaarte’. We organiseerden veel promotieacties, bijvoorbeeld inhoudelijke presentaties, om onze bedrijfsnaam te promoten. Overigens met financiële ondersteuning van de overheid: een speciaal zakje geld om mensen te laten weten van de ‘ommezwaai’ en ook de nieuwe diensten te promoten.
Nog niet zo heel ervaren om de organisatie te promoten waren de weggevers, zoals pepermuntdoosjes, pennen, ballonnen enzovoort, met de organisatienaam erop niet echt met beleid verspreid. De voorraad slonk sneller dan we hadden bedoeld. Het bombardement van oranje was slecht voor het imago, evenals de weggevers. Anderzijds klauwden mensen met graagte de stands leeg. Door flink naar buiten te treden met een aantal middelen stond de organisatie al spoedig stevig met de nieuwe naam en de verschillende diensten op de kaart.

Natuurlijk was er commentaar en voelden andere dienstverleners zich bedreigd. In zorgland noemen we die wel concullega’s of samenwerkingspartners, maar elke organisatie heeft haar eigen ambitie en vecht voor haar eigen bestaansrecht. In de profit heb je concurrenten, in zorgland werk je met anderen samen. Toch is daar ook concurrentie. Niemand zegt: “Wij doeken wel op, jullie kunnen dat prima.” Nee, in zorgland komt er weer een laag bovenop om het brede aanbod provinciaalbreed in kaart te krijgen. En nog een website, waar iedereen van alles in moet gaan hangen. Samenwerken kost ook veel geld en versnippert verantwoordelijkheid. Voeg daaraan het verplichte registratiesysteem toe, dat steeds verfijnder de uren van de professionals opsnoept, en we hebben steeds minder tijd voor directe zorg. Heeft iemand nog een idee waar die gegevens blijven en welke informatie ons dat geeft? Ik vrees de toekomst waarin niemand meer eindverantwoordelijkheid kan nemen voor iets wat daadwerkelijk moet gebeuren.

Professionals uit de zorg horen te gaan voor de patiënt, cliënt, klant, hulpvrager, hulpbehoevende. En al het geld horen ze aan die zorg te besteden. Toch is het de bedoeling dat de non-profit zijn broek zelf ophoudt. Zijn er nog organisaties die niet geprivatiseerd zijn? Laten we die dan niet commercieel noemen, maar laten we vechten voor het bestaansrecht.

De mooiste missie van een dienstverlenend bedrijf lijkt mij ‘niet meer nodig zijn’. Ik ben deze missie nog niet tegengekomen. Geen organisatie die haar bestaansrecht wil opzeggen. Of wel? Er is geen scheidslijn meer tussen profit en non-profit. En binnenkort is het hinken op twee gedachten in elk geval over. Straks mag winst maken in de zorg dus wel, want winst maken is aantrekkelijk voor investeerders. En die zijn blijkbaar nodig. Willen de investeerders dan ook nog een eigen registratiesysteem, dan hoop ik dat men alleen ‘de verhalen’ van mensen registreert. Verantwoording van uren zegt helemaal niets. De inventiviteit van goede professionals en relaties aangaan zijn niet te vangen in vooraf gestelde uren en voorgebakken pakketten. Bovendien geven echte verhalen veel meer informatie dan cijfers onder de streep ooit kunnen geven.

Werk je in de publieke dienstverlening? Lees dan ook het boek Ontregelen, van Jos van der Lans
Met vriendelijke groeten,
Nanda Hey

Communicatie & trainingsBureau NR. 10 richt zich op persoonlijke, team- en organisatieontwikkeling.